Before: | After: | |
![]() | ![]() | |
Found a nice spot at the pool in Rose bay ;-) | Happy New Year!!! |
vrijdag 31 december 2010
Happy New Year!
Maandagochtend zijn we vol goede moed in de auto gestapt, op weg naar de Blue Mountains. Na een half uurtje bedacht ik me dat ik de pomp voor ons luchtbed niet had gezien tijdens het laden van de auto, terug naar huis dus.. Ik twijfelde nog even; we konden tenslotte ook zo'n ding onderweg kopen maar goed.. Rogier wilde perse terug. Thuis aangekomen bleek dat een stukje vrouwelijke, gecombineerd met mannelijke, intuitie. In de garage stond ook nog onze koffer met kleren, het dekbed, de tent en jawel.. de pomp. Fantastische voorbereiding weer.....! ;-)
In de mist (ja, ook hier is het wel eens slecht weer) zijn we richting de Blue Mountains vertrokken en bij aankomst bleek het weer niet beter. De 'three sisters' waren dus niet heel goed te zien, reden te meer om nog eens terug te gaan..
Bij een meer iets verderop hebben we ons tentje opgezet en zelfs heerlijk geslapen in our second home. Met het zonnetje én lakeview werden we wakker, heerlijke douche genomen en vervolgens in de auto richting Hunter Valley. Het ontbrak alweer een beetje aan onze voorbereidingen want dat bleek iets verder dan verwacht... Om 4pm hadden we het auto rijden gehad en zijn we op een terrasje bij een pub gaan zitten in Singleton. Vervolgens heerlijk dineren bij de Thai en op tijd ons tentje weer opgezocht.
Vanaf Singleton naar Cessnock gereden om daar onze grootste hobby te mogen doen; wine tastings! Wat kan het leven toch slecht zijn.. Brokenwood, Lindemans, Rosemount, Mc Guigan.. we hebben er weer een hoop gehad en het goede nieuws is; er zijn er nog heel veel.. Een weekendje weg in januari klinkt dus heel aantrekkelijk. Ons tentje hadden we, héél verstandig, voor vertrek al opgezet. Soms zijn er dan toch goede voorbereidingen.. Na veel teveel wijntjes zijn we voor de variatie geeindigd bij de Hunter Valley Brewery op het terras met een home made 'witbier' waar we de zonsondergang hebben gezien. Gelukkig was het vanaf daar slechts 100m lopen naar ons tentje...
Donderdag zijn we via de kust terug naar huis gekomen en hebben we heerlijk lunch genuttigd op het strand bij The Entrance. Fantastische mini-vakantie gehad! Onze Lantra heeft een schouderklopje verdiend, hij heeft ons zonder inspection vooraf toch 800 km door het land gereden. Vanavond hebben we een BYO bbq @ pool party @ Darling Point. Vanaf daar hebben we perfect zicht op de Harbour Bridge en zien we dus na heel veel jaren op televisie, nu eindelijk de fireworks eens écht....
We gaan aan jullie denken en op jullie proosten!
zondag 26 december 2010
Bye bye Ford, hello Hyundai
zondag 12 december 2010
G'day mate(s)
Alweer een week voorbij... Time flies when you're having fun...! :)
Allereerst thanks voor alle berichtjes en reacties op het vorige blog, erg leuk!
Ons goede voornemen om iedereen op de hoogte te houden van ons leventje downunder krijgt zelfs een beetje vorm met een tweede blog in dezelfde maand. Na een week werken voor Rogier en nog steeds vakantie voor Lieke hebben we er samen weer een heerlijk weekendje op zitten.
Vrijdagavond heerlijk sushi gegeten, ik ben overstag... Zo lekker! Zaterdagochtend om 9u gestart met jawel... running! Aangezien iedereen zo enorm sportief en gestroomlijnd is 'moet' je wel. Daarnaast is het zonde om in je bedje te liggen bij een temperatuur van 29 graden en na afloop kun je zelfs concluderen dat het goed voelt. Vervolgens op onze fiets over the hills richting Gordons Bay, een strandje tussen Clovelly en Coogee in, een paar kilometer hier vandaan. Daar aangekomen bleek het dé divespot bij uitstek in de Eastern Suburbs (waar wij wonen) te zijn. Even een praatje gemaakt met de duikschool en besloten dat we weer een hobby bij ons lijstje kunnen zetten. Gordons Bay is wonderbaarlijk mooi maar bestaat voornamelijk uit rotsen, dus toch besloten om op Clovelly Beach te gaan liggen. Met de duikbril nog even het water in en 's avonds richting the birthdayparty van een Bulgaarse lady die we hier onlangs ontmoet hebben. Feestje was @ the Rocks, wat niemand ons echter vertelt had was de dresscode... In de rij voor de deur werd Rogier eruit gepikt, té casual. Ever heard before...?! Nee! Spijkerbroek en sneakers zijn niet toegestaan... Dan maar bij een andere bar een biertje drinken, ondertussen was Frankrijk en Duitsland ook aangesloten en verliep de integratie (tussen ons Europeanen) als nooit tevoren. Zoeken naar de juiste woorden ging wat minder na middernacht maar dat mocht de pret niet drukken...
Zondagochtend heerlijk ontbijtje in de tuin en again op de fiets, over the hills, naar Bondi Beach. Eerst nog bij Matt langs voor een surfboard; die hobby stond nl al op ons lijstje. Hij had er 3 staan voor een mooi prijsje maar in onze ogen was er geen enkele 'waterdicht'. Nadat Matt uitgelegd hoe fantastisch hij ons Amerikaans engels vond ("komt dat door de movies"?) en 84x z'n stopwoordje 'dude' had gezegd zijn we 's middags weer een beetje bijgekleurd én hebben we onze ogen kunnen uitkijken op Bondi. Daar telt tenslotte maar één ding; zien én gezien worden.
Op de terugweg hebben we besloten om een soort van beginnend moestuintje op te zetten. Score: radijsjes, tomaten en bieslook. De zaadjes zitten onder de grond, de potten staan in het zonnetje, we behandelen ze met liefde; nu wachten we met smart op onze eerste oogst.
Doelstelling voor komende week;
- onze rusty car in de verkoop gooien! Het zomerseizoen begint hier, Sydney loopt straks over van de backpackers die vast enorme behoefte hebben aan een 'betrouwbare' mobiel met campinguitrusting. Ik bedoel; wat wil je nou nog meer om je avontuur in Australie te starten...
- onze vakantieplannen concreet maken
- surfboards kijken, kopen, testen
- nog een beetje meer genieten....
maandag 6 december 2010
Op en top downunder....
Ondertussen zijn we wel helemaal happy met ons nieuwe appartement in Bronte, mét achtertuin die helemaal voor ons alleen is (en ja, da's uitzonderlijk). Goed, momenteel moet ik toegeven delen we 'm met zo'n 8 generaties kakkerlakken en 1 redback spider. (trust me; google deze laatste grootheid niet...) Hierin gaat echter snel verandering komen al hebben zij hier (nu) nog geen besef van.
Naar het CBD zijn we (of eig; Rogier) zo'n 30 minuutjes onderweg (zonder file!!), het strand had wat meer prioriteit, da's 10 minuutjes hier vandaan; lopend.
Sinds gister zijn we de trotse eigenaar van twee mountainbikes!! :)) Sinds gister is mij ook duidelijk waarom die apparaten die naam hebben. De heenweg naar het strand ging vandaag in een recordtijd; nog geen minuut. Terugweg echter x 15. Toen ik uiteindelijk bij de stomerij on top of the hill aankwam zei de eigenaar; You crazy Dutch, why are you cycling? Holland is flat, you're in Australia....
Ons andere vervoersmiddel; the rusty car heeft met veel pijn en moeite weer een nieuwe registratie gekregen en gaat dus heel snel in de verkoop. Er moeten heel wat onvoorziene kosten in de verkoopprijs opgenomen worden inclusief m'n eerste 'penalty'. Welgeteld tweehonderdeneen (in letters lijkt het minder..) dollar voor het fout parkeren. Van onze wereldreis bleek er toch ook het een en ander nog open te staan en via Giessenburg hebben ze ons tóch weer gevonden. De staat hebben we dus voorlopig genoeg gespekt en z'n trouwe diensten heeft ie geleverd, weg met die Ford Falcon... Op naar een camper, of misschien toch een 4WD....?!
Vanaf 24 december hebben we samen nog 2 weekjes vakantie voordat ook ik aan de slag ga bij niemand minder dan het ministerie van buitenlandse zaken. Als dat niet sjiek klinkt.... :) Met als GROTE voordeel dat ik én Nederlandse én Australische feestdagen heb, wat een vooruitzicht...
Nu eerst nog 'kerstvakantie' alias 'zomervakantie'.... Wordt het wijntjes drinken in Hunter Valley, duiken rondom Cairns en de Whitsundays, actief zijn in Tasmanie of misschien toch genieten in de Blue Mountains. En dat allemaal is gewoon vakantie in eigen land........
maandag 5 juli 2010
Hoop doet leven… Ook in Cambodja…!
Via-via zijn we in een hostel in Siem Reap terechtgekomen met een Nederlandse eigenaar, Jan. Hij is 6 jaar geleden vertrokken naar Cambodja, eigenlijk vooral om de Angkor Wat tempels te bezoeken. Hij leerde een local kennen waar hij een hapje ging eten, een vriendschap opbouwde en zodoende besloot om te blijven. Met deze familie heeft hij een guesthouse gebouwd waarin de hele familie nu actief is.
Onder het genot van een biertje (da’s nog steeds het makkelijkst voor integratie) bij aankomst in ons hostel vertelden wij onze reisverhalen aan Jan en hadden we honderdduizend vragen over het hoe en wat van dit fantastische land. Eindelijk iemand met wie we in onze eigen taal konden communiceren en die ons openheid van zaken gaf over de kleine aandoenlijke bedelaartjes, de straatverkopers en de vele mensen zonder armen en/of benen. Na nog wat meer biertjes kwam de menukaart en daar werd ineens gesproken over de Stichting Cambodia-Dutch Organisation. Huh…?! Wat is dat dan? Kort en krachtig; een stichting waarin Jan vanuit Cambodja en zijn zus, Rita, vanuit Nederland elke dag opnieuw hun allerbeste beentje voor zetten. Met open monden hebben we geluisterd, onze nieuwsgierigheid was gewekt. Maar eigenlijk wilden we dit met onze eigen ogen wel een keer zien… Jan…?! Mogen we misschien een keertje mee naar ‘dat dorp’ ergens ver buiten de stad…? Tussen alle drukte door een gaatje gevonden, Maandagochtend om 7u staat de tuk tuk klaar voor vertrek, 30 km van Siem Reap verwijderd, zo’n 1 ½ uur. Benieuwd wat ons te wachten staat, een beetje spannend toch wel…
Ons inkopen voor de donatie deden we op de lokale markt en zodoende vertrokken we met een tas vol zeepjes, shampoo en tandpasta. Onze eerste school bezochten we in Boh. Eigenlijk moet ik zeggen klaslokaal in plaats van school. Naast de pagoda krijgen de monniken daar hun lessen Engels van een docent die door de stichting is opgeleid. We werden verwelkomd door alle kinderen met ‘goedemorgen’ en een glimlach van oor tot oor. En hebben vervolgens een les bijgewoond. Passief zijn bestaat niet, iedereen doet mee. Daarna naar de school in Roemdeen, die momenteel door de organisatie wordt gerenoveerd. Op deze school komen 100 kinderen in de leeftijd van 3 tot en met 18 jaar om dagelijks Khmer en Engelse les te volgen. Oók de kinderen van wie de ouders geen geld hebben voor een uniformpje zijn meer dan welkom. De Khmer lessen worden gegeven door lokale krachten die zijn opgeleid, de Engelse lessen door vrijwilligers uit de hele wereld. Het alfabet, de kleuren, fruitsoorten en dagen van de week werden hier zonder boeken door iedereen geschreven en geroepen. De laatste school, gebouwd door de stichting was in Chhuk, hier hadden de kindjes net pauze en hebben we met ze gevolleybald en gesprekjes met ze gevoerd. What’s your name, how are you, how old are you, where do you live, how many brothers and sisters do you have… We weten het allemaal.. En zij ook van ons! Aan onze lippen hingen ze… En wij aan die van hun…
Met de zeepjes, tandpasta en shampoo leren ze op school om te gaan. Thuis is er geen geld voor, geen stromend water en behoort dit niet tot de opvoeding. Op school zijn er waterpompen en wordt er les gegeven in tandjes poetsen, handjes en haartjes wassen.
In de tuk tuk gingen we naar het volgende adres; het in maart 2010 geopende ziekenhuis van de stichting. Met 4 betaalde krachten en meerdere vrijwilligers zorgen ze voor (nu al) gemiddeld 3.400 patiënten per maand. De salarissen zijn $ 670 per maand, de medicijnen per maand zo’n $ 1.600 (!!!) maar er worden levens gered, gaan mensen glimlachend naar buiten en komen terug met trosjes bananen en ander vers fruit om de ’redders’ te bedanken. Van heinde en verre komen mensen gelopen (!!) naar het ziekenhuis, soms wel dagen. De mond-tot-mond reclame gaat als een trein. De eerste hulp wordt er gegeven en dát is het begin. Je wordt er geholpen voor 1.500 riel (zo’n €0,30). Echter deze prijs hoef je niet te betalen wanneer je aids, cholera of tbc hebt. Ook weeskindjes, monniken en mensen met een armoedekaart worden vrijgesteld van betaling. Deze mensen leven al onder de armoede grens maar hebben net zo goed, en misschien nog wel meer (eerste) hulp nodig. Een glimlach van deze mensen kan dan ook echt niets tegenop!
Maar stiekem gaat er in deze scholen, dorpen en het net geopende ziekenhuis zoveel energie, kracht, motivatie, stimulatie én centjes inzitten. Het mooie hiervan is dat de meeste zelfstandige naamwoorden hierboven van binnenuit komen en zorgen voor voldoening. Echter het (helaas) belangrijkste onderdeel hiervan komt niet van binnenuit al zouden we dat nog zo graag willen…
Wat een ervaring.. Wat een dag… Wat een luxe dat ons wiegje in Nederland heeft gestaan… Met traantjes in onze ogen namen we afscheid; doei, doei… bye, bye…
Ons Zjiwn bin zuunig! Zeggen ze… Maar stiekem denk ik dat bijna iedereen wel een klein bedragje op de onvoorziene uitgaven per maand kan toevoegen. Al is het één euro, al is het eenmalig… Een leraar op een school kost $ 25 per maand aan salaris, de medicijnen per patiënt zijn slechts € 0,50. Een land opbouwen begint bij educatie en gezondheid en de eerste stap(pen) in de goede richting worden gezet. En hopelijk volgen er nog heel veel meer…
Graag wil ik dan ook aan iedereen die de afgelopen maanden onze verhalen met plezier heeft gelezen om letterlijk én figuurlijk je steentje bij te dragen hieraan, en geloof me, de glimlach die je hiervoor terugkrijgt is onbetaalbaar…..!!
Donaties kunnen worden gedaan op het bankrekeningnummer van de Stichting Cambodia-Dutch in Eindhoven - 56 24 08 525 o.v.v. Lieke Scherbeijn. In ons laatste reisverhaal zal ik jullie laten weten wat we als zuunige Zjiwn voor deze lieve mensen in de dorpen van Cambodja hebben kunnen betekenen! Ook een kijkje op de website is de moeite waard: www.cambodia-dutch.org.
Wij wensen Jan en Rita met hun fantastische organisatie in ieder geval het allerbeste en op onze support kunnen ze in elk geval rekenen……!
zondag 13 juni 2010
Anders Azië…
In Singapore lieten ze ons nog even in de waan dat het wel meeviel. De douche kop boven het toilet en in de ontbijtruimte was wat ‘apart’ en zorgde voor een natte bril, maar gezien de ruimte konden we ons er best iets bij voorstellen. Efficiëntie is tenslotte ook belangrijk. Over een jaar of vijf wordt wat nu nog een bouwput is, een fantastische stad. Als je door het smog heen kunt kijken dan toch.. Voor een camera moet je er ook niet zijn, de prijzen zijn gelijk (of hoger) aan NL en de verkopers zijn een tikkeltje arrogant, en da’s nog licht uitgedrukt.
Voor 3 euro stonden we binnen enkele uurtjes in Maleisië, Melaka. De ‘Dutch’ hebben zelfs vanaf 1641 zo’n 150 jaar de macht over Melaka gehad. Toen de Fransen Nederland bezet hebben in 1795 was het over met de pret. Echter de Nederlandse historie is nog overal in de stad terug te vinden, het Stadthuys en de Heerenstraat bijvoorbeeld. Op een trishaw, door de eerste chauffeur ooit, lieten we ons door de stad heen fietsen, om het half uur mocht de oude man van ons wel even pauze houden; 36 graden, een luchtvochtigheid van 90% en 130 kg vervoeren is tenslotte ook niet alles…
Ook een enorme ervaring was ‘Capitol Satay’. Dat we er saté zouden eten was ons ook duidelijk maar hoe….?! Stel je voor; een kaas fondue. Vervang de kaas voor satésaus, rijg alle groenten, vis en vlees aan een stokje en gooi het in het midden van de tafel in een bak kokende satésaus. Afhankelijk van het ingrediënt moet je 1 tot 3 minuten wachten maar na advies van anderen lag alles er bij ons gemiddeld langer dan 3 minuten in. De tafels zijn gemiddeld 5x per avond bezet (lekker als je de laatste bent aan een tafel; heb je nog de restjes van de vorige in je satésaus…!), de gemiddelde wachttijd in de rij om binnen te komen is 3 kwartier en alle beroemdheden zijn er geweest. Ons advies: Als je van satésaus houdt, is het zeker een aanrader! ‘s Avonds bevonden we ons in een Boeddha optocht en gezegend door de monnik vertrokken we de dag erna naar de hoofdstad; Kuala Lumpur.
Een kaartje bemachtigen voor de skybridge tussen de verdiepingen 41 van de 88 verdiepingen tellende Petronas Towers was al een avontuur op zich. Elke dag worden er 1.200 kaarten gratis weg gegeven. Juist…. Gratis! Daar ga je al, da’s voor iedereen té interessant. Vanaf 08.30u gaat het loket open. Het leek ons dus verstandig om om 08.15u aanwezig te zijn. Wekkertje gezet, trein gepakt en stipt op tijd aanwezig. Da’s al heel wat voor de beter bekenden onder ons… Bij aankomst echter bleek dat de eerste mensen zich al om half 4 ‘s nachts gemeld hadden en nummertje 1.200 was een blonde dame die mij op de roltrap had ingehaald. Geen plaats meer dus voor ons. Na enige observatietechnieken toegepast te hebben concludeerden we dat de organisatie niet helemaal van een leien dakje verliep. We hadden ‘m door; ik zou eerst gaan en Rogier zou daarna volgen. M’n allerliefste glimlach en een gelogen verhaal dat m’n vrienden met tas al in de rij stonden en ja hoor… het hekje ging open. Rogier kon daarna al snel volgen maar goed, toen waren we nummer 1.201 en nummer 1.202, nog geen zekerheid dus. Ver vooraan in de rij stond een Engels koppeltje die we de avond daarvoor de weg hadden gewezen naar een nachtmarkt. We vonden zelf dat ze al op ons lijstje met ‘vrienden’ stonden en dus hebben we vrolijk gezwaaid naar ze, daarna naar ze toe gelopen om gezellig een praatje te maken. Al dachten zij er iets anders over; voor hun was de wekker wel om 05.30u gegaan…
Om 10.30u was het dan eindelijk zover, we hadden twee kaartjes! :-) En om 16u ‘s middags gingen we omhoog. Fantastisch uitzicht over de stad. Daarna de (misschien nóg wel interessantere) shopping malls bezocht en ‘s avonds in Chinatown op het terras gehangen. De eigenaar van het restaurant kon Piet Paulusma nadoen, wist hoe laat hij op de NL televisie kwam en dat hij ‘wode (lees; rode) tafelkleedjes had. Wat Nederlandse toeristen die man toch niet leren…
Nadat iedereen het ons had afgeraden zijn we de volgende ochtend in een huurauto gestapt om ons avontuur door Maleisië te vervolgen. Slechtere chauffeurs dan hier kan bijna niet. En dan hebben we het nog maar over de autorijders, niet eens de brommertjes die erdoorheen ‘vliegen’. Kortom; ogen dicht en gaan. Dat kan én mag hier. Met z’n vieren naast elkaar op een tweebaansweg? Geen probleem. Ons inziens zou dit dé oplossing zijn voor het fileprobleem in Nederland…
Blij dat we de hoofdstad zonder ongelukken hadden verlaten gingen we naar de Elephant Sanctuary. Als een echte ‘mahout’ hebben we ze eten gegeven, er op gereden, met ze in bad gelegen en een baby olifantje van 7 maanden de fles gegeven. Wat een enerverende beesten, geweldig! Daarna naar het national park; Taman Negara gereden. In een floating restaurant (lees; een keet op het water) hebben we de dag afgesloten om de volgende dag de jungle in te gaan. Gewapend met een fles water en muggen repellent gingen we zonder gids het véél te warme oerwoud in, op zoek naar world’s longest hanging bridge. Onderweg hebben we een paar keer met een stok op een boom geslagen om contact te zoeken met de buitenwereld; zo werkt dat in de jungle. Uiteindelijk gearriveerd; touwtjes tussen bomen met een liggend ladddertje erop en je hebt ‘m! Ik moet zeggen; super ervaring. Zo’n halve kilometer lang in het oerwoud boven de grond; het voelde als een soort Tarzan-Jane story. Uiteindelijk besloten om ons terug te laten varen per boot voor 6 ringit. Heel apart dat een retourtje 60 ringit kostte…
Op naar Fraser’s Hill! Vernoemd naar een jongeman die na het handelen van opium de bergen in gevlucht is en op deze heuvel voor het laatst gezien was. De eenrichtingsweg die de berg op gaat zorgde voor wat wachttijd, om de 90 minuten wisselt deze van richting namelijk. Ondertussen konden we wel de wilde aapjes voeren, die er liever uitzagen dan dat ze waren. We weten nu waar het ’brutale aap-gezegde’ vandaan komt. Daarnaast waren we ook nog getuige van het feit dat de aapjes bepaalde dingen van de hondjes leren…
Vervolgens via de Cameron Highlands waar we theeplantages bezocht hebben doorgereden naar het Orang Oetang eiland. Op een eilandje leren ze daar hoe de kleintjes in de wildernis moeten overleven. De kleintjes zijn net als kleine kindjes, ze doen alles na, erg leuk! Hun lievelingsmaaltijd was chocoladekoekjes. Met hun vingers likten ze de restjes gesmolten chocolade zelfs van het papiertje af… Vraag me af hoe ze dat in de wildernis doen…?!
Via de langste brug van Azië kwamen we in Penang, om daar de auto, onbeschadigd, terug af te leveren en een paar daagjes bij te komen voor vertrek naar Thailand. Wat eerst ons huis was moesten we nu met 11 Indonesiërs en een Maleisische chauffeur delen, het was wat krap die 10u langdurende trip maar het kan ook niet alleen maar luxe zijn. In Krabi snel de boot gepakt naar Railay Beach om daar 3 dagen te relaxen en genieten van zon, zee en strand. Met nadruk op die laatste twee; het regenseizoen is hier van start gegaan…Daarna op goed geluk naar het busstation om de reis te vervolgen naar Bangkok. Het plan was in een bus vanaf Krabi, de werkelijkheid werd eerst de bus naar Surat Thani in het westen, daarna de nachttrein van Surat Thani naar Bangkok. Als echte backpackers reisden we 1e klas mét airco en douche. Fit, fris en fruitig kwamen we aan op plaats van bestemming. Van de rellen die geweest zijn is niets meer te merken, politieagenten met revolvers lopen er echter genoeg. ‘s Avonds de nachttrein naar Nong Khai, net voor de grens van Thailand. Nadat we ons een half uur afgevraagd hadden waarom we stil stonden en of de dames op de gang weer rijst en kip aan het verkopen waren bleek dat het de conducteur was… die schreeuwde dat we er waren… In een bus werden we naar de grens gebracht, visum gekocht en over de Thai-Lao friendship bridge kwamen we Vientiane, de hoofdstad van Laos binnen. Vanaf daar een tuktuk genomen naar ons hostel. Dit vriendelijke echtpaar had echter niet verteld dat de vuilniszakken achterin vol met groente, vis, fruit en rijst zaten. Bij ieder kraampje langs de kant van de weg, én iedere zijstraat waar markt was, stopten we even voor de verkoop. Na een half uurtje eindelijk in het hostel, fietsen gehuurd en on tour. We hebben de Patuxai, een soort Arc de Triomphe beklommen voor een fantastisch uitzicht over de stad. Aan de Mekong rivier hebben we in de namiddag aan de integratie gewerkt. Onder het genot van beer-lao (wat moeilijker te verkrijgen is dan opium) zijn we alle ins en outs van de monniken te weten gekomen door Mr. Monnik himself. Indrukwekkend!
De volgende morgen om 9u in de bus gestapt richting Luang Prabang, slechts 400 km van Vientiane verwijderd, wel een 10u durende trip. In de bergen nog half uurtje vertraging opgelopen; doordat de wegen zo ‘goed’ zijn hadden we een lekke band. Wonder boven wonder hadden we een reserveband bij ons en bleef de schade dus beperkt, die 6 Laotiaanse kerels hadden het vrij snel opgelost. In Luang Prabang slapen we in een superhostel voor 6 euro per nacht, ons hoor je niet klagen…
Vanochtend om 5u de wekker gezet, om 6u zat ik op m’n knietjes om de in oranje gewaden gekleede monniken aalmoezen te schenken in de vorm van rijst en bananen. Chocolade koekjes zag ik ook in hun bakken liggen, benieuwd of ze ook zo hun papiertje aflikken…..?!
Na 1,2 miljoen kip betaald te hebben mogen we morgen ons visum voor Vietnam ophalen en hopen we daar over 2 dagen door middel van boot, bus en trein aan te komen… Tussendoor gaan we in the middle of nowhere met onze oranje shirts trouw voor de televisie zitten…!
maandag 17 mei 2010
Lazy Australia...
Een paar uurtjes regen in Amamoor, QLD… That means; een nieuw blog schrijven! In de regen is het namelijk niet mogelijk om onze dagelijkse activiteiten (lees; genieten van zon, zee, strand, surfen, terrasje, barbequen, kampvuur, papegaaien voeren, etc) voort te zetten. Reden te meer om het thuisfront weer eens op de hoogte te brengen van ons drukke leventje…
Half april zijn we vanuit een zonovergoten Fiji in Melbourne aangekomen. Prima hostel om de eerste paar dagen Melbourne te verkennen met als uiteindelijk doel; asap in ons nieuwe huis on tour! Vanuit Melbourne zijn we westelijk vertrokken om de Great Ocean Road te rijden, fantastische views… Adembenemend… In Anglesea gingen we 'even' langs bij Paul Paridaen en z'n vrouw, Julie. Fantastische dag gehad! Nadat we vertelden nog geen enkele kangoeroe gezien te hebben nam Paul ons mee naar de golf course, daar liepen er zo'n 40, unbelievable! Op het strand zagen we de wat minder coole surfdudes, staand op een board en maar peddelen… Wél makkelijk om terug te komen, da's dan het voordeel. Een heerlijke lunch en diner volgden. Wat raar weer om zonder handdoek naar de douche te lopen en het plafond in de slaapkamer hoger dan een halve meter boven ons te hebben. Na een hoop ins en outs over Australië gehoord te hebben, zijn we de volgende dag met allerlei tips en tricks én een pak Anzac koekjes vertrokken. We hebben genoten, nogmaals bedankt Paul en Julie!
De Twelve apostels (als je héél goed kijkt), London Bridge, koala's spotten, thundercaves, en blowholes en bovenal het cruisen met een constant seaview vergeten we niet gauw meer. De Great Ocean Road dus ook niet, awesome….!
Vanaf Port Fairy gingen we inlands richting National Park the Grampians. Op de camping sprongen de kangoeroes rond onze camper. Lake Eppalock werd onze volgende camping, of iig wat er nog van over was. Enorme droge tijden laten hier absoluut de gevolgen zien. Tennissen hebben we nog geprobeerd in Albury, op de grens van Victoria en New South Wales. In Geehi werden we lek gestoken door honderden muggen en vanaf daar reden we Australian Capital Territory in. Er is geen lelijkere stad dan Canberra, op een eiland is het parlementshouse gebouwd met daarom heen allerlei cirkels; lees rotondes. Al heb je dat gevoel niet meer als een rotonde 3 km groot is… Vanaf de Telstra tower hadden we een fantastisch uitzicht over de stad en toen de eerste regendruppels vielen zijn we heel hard richting de
überzonnige kust gereden. Aangekomen in Batemans Bay stonden we oog in oog met een vos achter onze camper en iets noordelijker in Murramarang NP bevonden we ons 'opeens' op een 12km lange 4WD track, goed te doen in onze van, al vind Apolo (de verhuurder) dat ws niet. Honderden kleine witte strandjes met azuurblauwe zee volgden, de signs 'swimwear optional' zijn overbodig daar…At Jervis Bay zagen we de possum! Daarna had Rogier het fantastische idee om brood op het dak van onze van te leggen. Midden in de nacht zat ik rechtop van een keiharde knal, de possum liet zich vanuit de bomen lanceren op ons dak voor een boterhammetje. De volgende ochtend hadden we 'stank voor dank' op het dak.. You can imagine what happend..
Via Port Kembla Sydney in, 29 graden! Lane Cove werd onze camping, vanaf daar was het 20 minuutjes met de trein. Om stipt 12u kwamen we het centrum in waar we allebei dachten op te lossen in de mensenmassa. Na 4 maanden stilte was dit een enorme chaos! Een stad met bijna 4.5 miljoen inwoners, die eig de hoofdstad had willen zijn en vindt dat ie dat ook is. Een stad die de hoogste populatie aan Aboriginals heeft, gescheiden wordt door de Harbour Bridge zo'n 260m above streetlevel en niet te vergeten de Opera House. Amazing! Op Circular Quay smaakten de biertjes als nooit tevoren…
Via Newcastle naar Port Macquarie, daar naar Koala Hospital geweest. Iets noordelijker richting Coffs Harbour en bij Moonee Beach op camping gestaan. Poging gedaan om zelf golfsurfen te leren maar bleek wat moeilijker dan verwacht; golven van 4 meter voor beginners is geen ultieme start. Daarom in Yamba van Australisch surfkampioen maar een lesje genomen. Na wat theorie over de rip & stream en de wind & tide was het zover; de golven in. Na afloop konden we die golven van 4m makkelijk trotseren, super!
Tijd voor een festival! Richting Nimbin voor Mardi Grass. In onze hippie camper waren we daar aan het goede adres. In de 70-er jaren zijn alle hippies uit Byron Bay vertrokken richting Nimbin, dit hele dorp is as alternative as can be, ervan overtuigd dat het roken van marihuana hun gezond houdt en tegen alle regels die de regering voor ze 'verzint'. Nadat we alle alcoholcontroles rondom het dorp getrotseerd hadden reden we Byron Bay in. Erg toeristisch maar gezellig. Uiteraard met als hoogtepunt de lighthouse. In Tweed Heads namen we afscheid van New South Wales, op naar Queensland.
De Goldcoast met z'n 40 surfstranden en metershoge golven bracht ons op Bribie Island, een eilandje ten oosten van Brisbane, het thuisfront van dolfijnen en schildpadden. Vervolgens de Sunshine Coast, nóg meer zon, zee en strand. En nu ik zo aan het terugdenken ben is de eerste alinea niet gelogen…
Ondertussen hebben we ons noordelijkste puntje gehad, Hervey Bay it is, ter hoogte van Fraser Island, het grootste zandeiland op de wereld. Langzaam rijden we terug richting Brisbane om daar volgende week onze van in te leveren en ons klaar te maken voor ons laatste avontuur; Asia!
Momenteel zijn we een paar daagjes bij onze nieuwe 'vrienden'; Jude en Tim. Zij hebben in Amamoor een lime farm en hadden ons uitgenodigd. Er wordt heerlijk voor ons gekookt, we hebben onze eigen bungalow, eten en drinken is inclusief; wat wilt een mens nog meer in het leven….? Vandaag zelfs een paar uurtjes 'gewerkt' op de farm. Jude en Tim hebben ons geleerd om limes te picken en ja… we're doing a good job! Als ze het volgende week in de verkoop zetten, zijn wij de eerste die een bod doen. Al moet ik toegeven dat we morgen onze eerste snipperdag opnemen, 4 uurtjes op 4 maanden werken is méér dan zat…
zaterdag 10 april 2010
Bula…
Fiji’s country’s territorial limits is 1,3 miljoen vierkante kilometer groot, slechts 1,5% hiervan is land! En dat land bestaat dan ook nog eens uit meer dan 300 eilandjes. Zodoende is de kleinste enkele diameters groot, en de grootste zo’n 10.000 km2. Op de grootste, Viti Levu, aan de droge westkust in Nadi, zijn we ons Fiji adventure gestart.
Op het moment dat we landden in Nadi hadden we vrijwel direct besloten om twee weken lang niets te doen, de luchtvochtigheid is enorm en het leek ons niet geschikt om actief te zijn. In Nadi town hebben we een pakketje naar het thuisfront op de post gedaan; voornamelijk warme kleren (nu écht niet meer nodig) en (gelezen) boeken. Daarnaast namen mijn föhn en stijltang ook teveel plaats in, én had ik ze tot op heden nog niet gebruikt (of nodig gehad?!)… De verzendkosten voor 10 kg waren slechts $45. Het pakketje komt dan ook pas aan over een maand of vier. Kunnen we ze zelf misschien weer in ontvangst nemen…
Na 2 dagen Nadi zijn we ‘s ochtends vroeg vertrokken met de ‘Yasawa Flyer’ om een stukje échte Fiji cultuur te proeven. Geen telefoons, internet, winkels, banken, ziekenhuizen; gewoon go with the flow… Het kan! Hier dan toch… Onze eerste stop was op Nanuya Lailai waar onze ‘bure’ op het strand stond en we dus elke dag de 1e waren op de héle wereld die de sunrise zagen. Awesome! In ons primitieve hostelletje sliepen we tussen de hele familie, mochten we elke dag voor het eten een gebedje doen en na het eten ons volkslied voordragen. Canada, Engeland, Fiji, Zweden, Brazilië, Italië; name it and we can sing it….!
De week voor Pasen zwemmen de mannen van de Yasawa’s rond met ‘the cross’. De vrouwen en kindjes mogen in bootjes zitten en samen liedjes zingen. Bij aankomst op Nanuya Lailai stonden wij, met bedekte schouders en kleding tot op de knie, klaar als welkomstcomité. Gelijk werden we uitgenodigd om mee te gaan naar de kerk (of iig, wat je kerk kunt noemen). Een zeil, wat stokken en een zeil erboven. De mannen zitten vooraan, de vrouwen en kinderen achteraan. Als toerist zijnde zit je tussen de mannen én mag je mee kava drinken! Nee, niet die overheerlijke bruisende bubbels… maar een zelfgemaakte modderige substantie die gemaakt wordt door het fijnstampen van de wortelen van een peperplant, aangelengd met water. Je kunt kiezen; high tide or low tide geserveerd in een halve kokosnoot. Eén keer in je handen klappen voor je het krijgt, bula zeggen, adje trekken en daarna drie keer met je handen klappen. Geloof me; na enkele kokosnoten kies je voor low tide…
Vanaf Nanuya Lailai naar Waya Lailai. Op Waya Lailai hebben we twee geweldige duiken gedaan, oog in oog met de white tip reefshark. De dive inductor schoot eerst z’n speer door een nietsvermoedend visje, hiermee lokten we de haaien om ze vervolgens bij hun vinnen vast te pakken… Geweldig! Verder hebben we een Fijian dans geleerd met een bezem en hebben we ons maar niet aan de fire dance gewaagd…
Laatste bestemming met de Yasawa Flyer was South Sea Island ten zuiden van Bounty en Beachcomber. In 4 minuten loop je het hele eiland rond; zwembad, dorm, 4 picknickbankjes, een bar, 12 parasolletjes, 3 toiletten, 30 ligstoelen, 2 douches, that’s it. Life can be so great…..!
Na twee dagen terug in Nadi te zijn geweest was onze laatste trip de meest speciale. Op naar Pacific Harbour, ook wel de adventure capital of Fiji. Bekend om zijn world famous shark feed diving. Een Zuid-Afrikaanse meneer, Brandon, heeft hier 10 jaar geleden z’n eerste poging gedaan en bedacht dat dit een leuk lokkertje was voor toeristen. Met zo’n 200 kg dode vis, 2 feeders, 5 instructors met stokken, 2 camera mannen en 15 duikers gingen we 30 meter naar beneden om daar in een ‘arena‘ te kijken. Fantastisch! Gelukkig hoorden we pas na afloop van de instructor achter ons dat hij een bull shark boven ons een corrigerend tikje had gegeven, anders hadden we dit blog niet meer kunnen schrijven. De regisseur van Jaws komt hier morgen om z’n ideeën op te doen… Je kunt je dus een voorstelling maken…
We hebben net bedacht dat we over de helft zijn… Morgen vliegen naar Australië, een nieuw huis zoeken voor de komende 6 weken en bedenken waar we nog wat weekjes aan kunnen plakken…
woensdag 7 april 2010
Nog meer Nieuw-Zeeland...
Vanuit Haast, waar we een massamoord gepleegd hebben omdat er in ons huis van 8m2 minstens 50 muggen zaten, zijn we noordelijk gereden richting de gletsjers. We hebben de Fox én Franz Josef Gletsjer van heel dichtbij kunnen zien, strange hoe deze in de loop der tijd allerlei veranderingen hebben ondergaan! Op naar de 3e 'must-see', de Pancake Rocks in Punakaiki, net voorbij Greymouth. We hadden het perfecte weer hiervoor, erg winderig. Moeder natuur heeft daar pilaren van pannenkoeken gecreëerd van limestone formaties. Fantastisch om te zien!
Mocht je je afvragen waarom je zo weinig locals ziet is het antwoord simpel; minder dan 1% van de bevolking woont in het Westland van NZ terwijl dit deel 9% van NZ is. In Jip en Janneke taal; er woont daar zo'n 40.000 man op een stukje van NZ, ter grootte van NL. Dan zijn wij toch wel erg dichtbevolkt…
Een stukje terug Canterbury in bracht ons bij Hanmer Springs, bekend om haar thermale baden. Je kunt er uren in de heerlijke baden met verschillende temperaturen (tot 41 graden!) vertoeven. Vervolgens de laatste échte must-see op het Zuidereiland, de walvissen in Kaikoura. Bij aankomst daar gelijk geboekt voor de volgende ochtend, vertrek 7.45 am, dan was de grootste kans om ze te zien. Helaas bleken ze de volgende dag niet aanwezig te zijn in de 'operational area'. Jammer! Misschien ook sabbatical voor hen… Om dit alles te kunnen verwerken zijn we doorgereden naar Renwick, vlakbij Blenheim. Ons huis geparkeerd bij een erg leuke lodge, fiets gehuurd en stiekem zonder helm zijn we zingend de vineyards ingetrokken. Op één of andere manier vinden we daar meer geluk….
Donderdag 18 maart zijn we vanuit Picton richting het Noordereiland naar de hoofdstad, Wellington, gevaren voor onze laatste week in NZ.
Aangekomen in Wellington bleek ook daar een cable car te rijden, met bijbehorend cable car museum en ook een Fishermans Wharf . En in San Francisco maar denken dat ze de enige zijn. Waar niemand echter aan kan tippen zijn de prijzen voor de parkeergarage (nog geen 2u voor $49! ) en aan het aantal joggende mensen in hun lunchpauze. We vroegen ons af of ze misschien doorbetaald krijgen wanneer ze gaan joggen. Als dát zo is zouden wij het natúúrlijk ook gaan doen… Het Te Papa museum was wel absoluut de moeite waard. Zes verdiepingen hoog met interessante informatie van werkelijk alles van NZ. Van orkaan tot maori, van kiwi tot haai en terug.
Vanuit Wellington naar Masterton doorgereden, bij aankomst op de camping werd er gevraagd of we voor het Ballonfestival kwamen. Ehm… Nee?! Bleek zeker de moeite waard te zijn om een kijkje te nemen. 's Avonds vol goede moed erheen (én $10 betaald) zaten we vol spanning te wachten. Bleek het om luchtballonnen te gaan die de lucht niet in gingen. Tsja, hoe spectaculair kun je het bedenken…
Via Napier, Hastings en Bay View kwamen we bij onze volgende bestemming; het geothermale gebied van NZ. Allereerst Lake Taupo, met z'n 606 m2 het grootste meer van NZ, ontstaan door een vulkaan zo'n 26.500 jaar geleden. Het gebied erom heen is nog steeds actief, vandaar dat er rondom Rotorua spuitende geisers, stomende hot springs en exploderende modderbaden te zien zijn. Wanneer je eenmaal gewend bent aan de indringende zwavelgeur die het hele dorp bedwelmd is het fantastisch!
Daarna zijn we richting de Coromandel Peninsula gereden. In Hahei stonden we op de camping, vanaf daar hebben we de Cathedral Cove, bekend om z'n enorme boog van limestone, en hot water beach bezocht. Wanneer je hier een put graaft op het strand is het water zo heet dat je je voeten eraan kunt verbranden. Onderweg kwamen we langs Cooks Beach, vernoemd naar Captain Cook die het 'ontdekt' heeft en het het mooiste plekje op de wereld vond. Laatste nachtje in ons tijdelijke huis was in Thames, een half uurtje van Auckland vandaan. 26 maart hebben we daar met pijn in ons hart bij Wicked onze Tiger van achter gelaten…. En niemand heeft de (redelijk uitgedeukte) deuk gezien…! J
Liftend hebben we door Auckland gereisd, bijzondere mensen ontmoet. De één dacht dat hij de loterij zou gaan winnen omdat hij ons een 'favour' deed. De ander dumpte ons halverwege op de trein en zei dat we bij Middlemore moesten uitstappen. Uiteraard volgden wij braaf het advies op, het bleek echter om een overmatig 'gekleurde' buurt te gaan waar ons werd aangeraden door security geen stap verder te zetten maar gelijk een taxi in te gaan die we gratis konden bellen vanuit het ziekenhuis. Deze zelfde security man gaf later aan twee heren aan dat het niet gewoonlijk was om met een laptop en plasma tv een ziekenhuis binnen te gaan…
Na alle avontuur weer toe aan 2 weekjes écht vakantie…. Op naar de Fiji Eilanden voor zon, zee en strand….
woensdag 10 maart 2010
Life in "New" Zealand
Op 22 februari hebben we Rarotonga verlaten en op 23 februari, we hadden één dag verlies omdat we door de internationale tijdsbarrière vlogen, zijn we via Auckland in Christchurch aangekomen. Fantastische stad! Het deed ons allebei denken aan Breda; dat zegt genoeg… Temperatuur was nog steeds boven de 25 graden dus het duurde niet zo heel lang voor we, geïntegreerd en wel, met een Nieuw Zeeland’s biertje op het terras zaten. Onze belangrijkste opdracht in deze dagen was het regelen van een nieuw ‘huis’, of eig bestaand huis, waar we de komende 5 weken konden ‘wonen’. Na heel wat offices bezocht te hebben waren we eruit… Wicked Campers!
25 februari zijn we in onze Tiger-van richting Akaroa gereden. Ed, onze boat-driver bracht ons daarna bij de Hector Dolphin’s en de zeehondjes. We vragen ons nog steeds af hoe het toch kan dat die dolfijnen alleen zwemmen op de plaatsen waar je alleen kunt komen door betaling.. Bij het wakker worden de volgende ochtend hadden we ’plotseling’ een deuk in onze Tiger-van…?! Ondertussen hebben we een schadebedrijf bezocht. Hopelijk ziet de Wicked-meneer in Auckland het niet…
Vanaf Akaroa via Lake Tekapo naar Mount Cook, hoogste punt van NZ. Fantastische wandeling gemaakt waarin Rogier z’n angst heeft overwonnen.. Chapeau! J
De Mount Cook verlaten en via Twizel, Omarama, Kurow naar Oamaru. Onderweg op de Benmore Dam gestopt, erg indrukwekkend. Dit is de grootste dam in NZ. Ook de Church of the Good Shepherd hebben we bezocht, deze kerk is gebouwd met stenen die gevonden zijn in een omgeving van 5 km rond de plaats waar de kerk staat. Bijzonder!
Vanaf 9 pm maken de zeehondjes in Oamaru plaats voor de yellow-eyed pinguins op het strand en stonden we dus vooraan om deze kleine beestjes te bewonderen. Eig zouden ze de yellow-eyebrow penguin moeten heten. Dat geeft meer weer hoe ze eruit zien…
De volgende dag bevonden we ons nog een stukje zuidelijker richting Dunedin en Portobello. Onderweg het Larnach Castle bezocht, NZ enige kasteel en Harrington Point, waar de albatros leeft. Gek genoeg alleen achter een schermpje waar je $ 24 pp voor moet betalen. Ws hebben ze nog niet door dat die beestjes (of eig; beesten) een stukje moeten vliegen voordat ze bij dat schermpje aankomen…. Dáár stonden wij!
Bij de friettent die een Award heeft gewonnen voor z’n beste frietjes hebben we ons avondeten genuttigd om vervolgens vanaf 7 pm klaar te staan voor de blue penguin die zou arriveren. Ze hadden ons echter niet verteld dat deze pas komen als je geen hand meer voor ogen ziet en de flits van je camera niet mag gebruiken…. Gelukkig was onze dierenvriend Rogier al eerder bij het holletje van een baby-blue-pinguin terecht gekomen, die hebben we wél met flits op de foto gezet, waardoor die nu ws niets meer ziet…. Na een tukje gedaan te hebben met een zeehond hebben we om 9.30 pm maar besloten om terug te gaan naar ons huis. De volgende dag vroeg hadden we een ontbijt als nooit tevoren: fresh oysters! De 1e vangst van het jaar in het meest zuidelijke puntje van NZ; Bluff. Vanaf Bluff doorgereden naar Manapouri, het doel was Te Anau maar 24-uurs benzinepompen kennen ze hier nog niet… Gelukkig waren we goed geïnformeerd voor de trip naar Milford Sound, middenin de fjorden van NZ, hier bevinden zich nl ook geen benzinepompen. Ons ‘huis’ kon de heen- en terugweg net aan. Milford Sound was wel het mooiste stukje NZ, aldus de kiwi’s zelf. Rated nr. 1 op de must-do’s van de kiwi’s. De cruise was dan ook overweldigend.
Vanaf Milford Sound via Kingston gereden, en de volgende dag naar Queenstown, the adventure city of NZ. De lucht vol met skydivers, jetboats op het water en bungee-jumpers op de brug, genoeg te doen dus voor mensen zonder hoogtevrees… Op Rogier’s verzoek na een daagje doorgereden naar Bannockburn “The desert city”, in het midden van het pinot noir gebied van NZ. Met hoogtevrees is het daar beter vertoeven. Na de eerste winetasting zagen we de terugweg al niet meer zitten (lopend!). Gelukkig waren er meerdere vineyards waar we nog even konden ‘aanleggen’…. Zélfs 5 minuten voor sluitingstijd waren we méér dan welkom. Gezellige mensen toch, die Dutch guys (vind je het gek na 5 winetastings?)….
Voor de zekerheid zijn we in Bannockburn (vlakbij Cromwell) ook even blijven ‘hangen’. Het zou tenslotte zonde zijn als we de ene vineyard wél hadden bezocht en de andere niet… Ondertussen kennen we ze allemaal, van voor naar achter, én terug. We weten wat ze gebruiken als vogelverschrikkers en kunnen zelfs de pinot gris van de pinot noir onderscheiden….
Op naar de Westkust! Met een ‘huis’ vol wijn….
zaterdag 20 februari 2010
Kia Orana...
Laatste daagjes in de USA…
Monument Valley was fantastisch mooi, het lag niet helemaal op de route, maar was zeker de moeite waard om er heen te rijden. Helaas konden we zonder 4 wheel drive niet helemaal erheen maar vanaf het uitkijktorentje was het prima vertoeven. In Flagstaff heerlijk geslapen en 's ochtends bijna het ontbijt gemist, we zaten 'ineens' in een andere timezone.. Op naar de Grand Canyon! We dachten na zoveel bergen te zien dat het niet meer mooier kon. Maar niets was minder waar, ontzettend indrukwekkend! Met de auto konden we de hele tour door het park, door het volgen van de Colorado River.
Onze laatste bestemming was Los Angeles. Na heel wat referenties van hostels gelezen te hebben hadden we er dan eindelijk een gevonden. Daar aangekomen bleek ons geboekte hostel naast het hotel te zitten met de slechtste referenties mbt de buurt.. Tassen gedumpt en in één van de zovele fastfoodketens een heerlijk menu op. We begrijpen nu waarom de (meeste) Amerikanen een redelijk aantal kilo's met zich meeslepen. Voor de prijs van een menu kun je zelf geen boodschappen doen.
Gestart in LA met regen, gelukkig konden we nog één dagje van onze auto genieten. Hollywood, Madame Tussaud, Chinese Theatre, Beverly Hills, Bel Air, Mulholland Drive, Rodeo Drive, Universal Studio, Santa Monica, Venice Beach… been there, done that. Op Santa Monica liet ik mezelf nog even verleiden door een zwerver, stond ik opeens samen met hem tussen de Pelikanen. Het was duidelijk dat die beesten hem niet voor het eerst zagen. Gelukkig had ik zijn 'wapen' (lees; de paraplu) in handen…
dinsdag 2 februari 2010
Fabulous Las Vegas...
Yosemite was erg indrukwekkend. Watervallen, enorme bergen met nóg steilere weggetjes er omheen, een hert op de weg, sneeuw én zon. Vanaf Yosemite doorgereden richting Death Valley. Omdat verschillende 'passes' in de bergen gesloten waren vanwege de sneeuw (niet alleen in NL dus...) moesten we een stuk omrijden. Daarom besloten om in Bakersfield te slapen. Na een overheerlijk ontbijtje van zelfgemaakte wafels zijn we in alle vroegte uit Bakersfield weg gereden om op tijd in Death Valley te zijn (én omdat we nog steeds 'jetlaggen', lees; om 6u 's ochtends up and running zijn) via Lake Isabella waar we een fotoshoot maakten met onze tandenborstel.
Death Valley was niet zo warm als dat we dachten, al was het wel het warmst tot nu toe. Laagste (en heetste) punt van Noord Amerika (Badwater) zijn we geweest, de Artist's drive gereden en het Artist's Pallet en Devil's Golf Course gezien. Onze overnachting die avond was erg bijzonder. In the middle of nowhere in the desert.. Dat is eig het goede woord. We sliepen in een caravan die we met twee dames deelden. De ene haar motor was na 9 mijl in Death Valley overleden... (hoe hilarisch...) en de andere was na een conferentie in Vegas aan het ontspannen in de hotsprings. Volgens Marc, die ons incheckte, zouden we 's nachts coyotes kunnen horen. Niets van gemerkt, gewoon weer 10u aan een stuk knock-out geweest (op een kleine slaapwandeling na...)
Volgende ochtend om half 7 aan de koffie bij zonsopkomst. Douchen en richting Las Vegas! Niets van alle verhalen is minder waar... In Vegas kan het niet groter, nepper en gekker.... Stel je voor; leeuwen die rondlopen in een casino, slangen die er boven je hoofd aan een tak hangen, New York, Paris en Venetia op 4 mijl bij elkaar en verbonden met een zweeftrein. Niet te vergeten de roller coaster door het casino heen en via het vrijheidsbeeld terug. Je móet het een xtje hebben meegemaakt in je leven.. Fabulous Las Vegas. Alle indrukken hadden ons iig goed gedaan bleek want.... uitgeslapen (!!) tot kwart over 7, breakfast included was deze keer pannenkoeken met koffie en richting Zion NP. Hier lag eig teveel sneeuw waardoor we de meeste wandelroutes niet konden doen. Onze Nordic-walking stokken hebben we nl niet mee...
Vannacht slapen we in Page, morgen rijden we naar Monument Valley. Vanaf daar richting de Grand Canyon en ons laatste weekend in the States brengen we door in Los Angeles... Heerlijk om de drukte van de stad af te wisselen met de stilte in de bergen....