zaterdag 10 april 2010

Bula…

Na 1 ½ maand drukte alom heb ik eindelijk de tijd weer gevonden om in alle rust, in een zonovergoten Fiji, aan het strand met een Fiji Gold (alweer geïntegreerd) onder de parasol, een nieuw blog (of eigenlijk twee) te schrijven…

Fiji’s country’s territorial limits is 1,3 miljoen vierkante kilometer groot, slechts 1,5% hiervan is land! En dat land bestaat dan ook nog eens uit meer dan 300 eilandjes. Zodoende is de kleinste enkele diameters groot, en de grootste zo’n 10.000 km2. Op de grootste, Viti Levu, aan de droge westkust in Nadi, zijn we ons Fiji adventure gestart.
Op het moment dat we landden in Nadi hadden we vrijwel direct besloten om twee weken lang niets te doen, de luchtvochtigheid is enorm en het leek ons niet geschikt om actief te zijn. In Nadi town hebben we een pakketje naar het thuisfront op de post gedaan; voornamelijk warme kleren (nu écht niet meer nodig) en (gelezen) boeken. Daarnaast namen mijn föhn en stijltang ook teveel plaats in, én had ik ze tot op heden nog niet gebruikt (of nodig gehad?!)… De verzendkosten voor 10 kg waren slechts $45. Het pakketje komt dan ook pas aan over een maand of vier. Kunnen we ze zelf misschien weer in ontvangst nemen…
Na 2 dagen Nadi zijn we ‘s ochtends vroeg vertrokken met de ‘Yasawa Flyer’ om een stukje échte Fiji cultuur te proeven. Geen telefoons, internet, winkels, banken, ziekenhuizen; gewoon go with the flow… Het kan! Hier dan toch… Onze eerste stop was op Nanuya Lailai waar onze ‘bure’ op het strand stond en we dus elke dag de 1e waren op de héle wereld die de sunrise zagen. Awesome! In ons primitieve hostelletje sliepen we tussen de hele familie, mochten we elke dag voor het eten een gebedje doen en na het eten ons volkslied voordragen. Canada, Engeland, Fiji, Zweden, Brazilië, Italië; name it and we can sing it….!
De week voor Pasen zwemmen de mannen van de Yasawa’s rond met ‘the cross’. De vrouwen en kindjes mogen in bootjes zitten en samen liedjes zingen. Bij aankomst op Nanuya Lailai stonden wij, met bedekte schouders en kleding tot op de knie, klaar als welkomstcomité. Gelijk werden we uitgenodigd om mee te gaan naar de kerk (of iig, wat je kerk kunt noemen). Een zeil, wat stokken en een zeil erboven. De mannen zitten vooraan, de vrouwen en kinderen achteraan. Als toerist zijnde zit je tussen de mannen én mag je mee kava drinken! Nee, niet die overheerlijke bruisende bubbels… maar een zelfgemaakte modderige substantie die gemaakt wordt door het fijnstampen van de wortelen van een peperplant, aangelengd met water. Je kunt kiezen; high tide or low tide geserveerd in een halve kokosnoot. Eén keer in je handen klappen voor je het krijgt, bula zeggen, adje trekken en daarna drie keer met je handen klappen. Geloof me; na enkele kokosnoten kies je voor low tide…
Vanaf Nanuya Lailai naar Waya Lailai. Op Waya Lailai hebben we twee geweldige duiken gedaan, oog in oog met de white tip reefshark. De dive inductor schoot eerst z’n speer door een nietsvermoedend visje, hiermee lokten we de haaien om ze vervolgens bij hun vinnen vast te pakken… Geweldig! Verder hebben we een Fijian dans geleerd met een bezem en hebben we ons maar niet aan de fire dance gewaagd…
Laatste bestemming met de Yasawa Flyer was South Sea Island ten zuiden van Bounty en Beachcomber. In 4 minuten loop je het hele eiland rond; zwembad, dorm, 4 picknickbankjes, een bar, 12 parasolletjes, 3 toiletten, 30 ligstoelen, 2 douches, that’s it. Life can be so great…..!
Na twee dagen terug in Nadi te zijn geweest was onze laatste trip de meest speciale. Op naar Pacific Harbour, ook wel de adventure capital of Fiji. Bekend om zijn world famous shark feed diving. Een Zuid-Afrikaanse meneer, Brandon, heeft hier 10 jaar geleden z’n eerste poging gedaan en bedacht dat dit een leuk lokkertje was voor toeristen. Met zo’n 200 kg dode vis, 2 feeders, 5 instructors met stokken, 2 camera mannen en 15 duikers gingen we 30 meter naar beneden om daar in een ‘arena‘ te kijken. Fantastisch! Gelukkig hoorden we pas na afloop van de instructor achter ons dat hij een bull shark boven ons een corrigerend tikje had gegeven, anders hadden we dit blog niet meer kunnen schrijven. De regisseur van Jaws komt hier morgen om z’n ideeën op te doen… Je kunt je dus een voorstelling maken…

We hebben net bedacht dat we over de helft zijn… Morgen vliegen naar Australië, een nieuw huis zoeken voor de komende 6 weken en bedenken waar we nog wat weekjes aan kunnen plakken…

woensdag 7 april 2010

Nog meer Nieuw-Zeeland...

Het laatste blog was voor vertrek naar de Westkust van NZ, daar was het prima vertoeven, misschien mede door ons huis vol wijn…

Vanuit Haast, waar we een massamoord gepleegd hebben omdat er in ons huis van 8m2 minstens 50 muggen zaten, zijn we noordelijk gereden richting de gletsjers. We hebben de Fox én Franz Josef Gletsjer van heel dichtbij kunnen zien, strange hoe deze in de loop der tijd allerlei veranderingen hebben ondergaan! Op naar de 3e 'must-see', de Pancake Rocks in Punakaiki, net voorbij Greymouth. We hadden het perfecte weer hiervoor, erg winderig. Moeder natuur heeft daar pilaren van pannenkoeken gecreëerd van limestone formaties. Fantastisch om te zien!

Mocht je je afvragen waarom je zo weinig locals ziet is het antwoord simpel; minder dan 1% van de bevolking woont in het Westland van NZ terwijl dit deel 9% van NZ is. In Jip en Janneke taal; er woont daar zo'n 40.000 man op een stukje van NZ, ter grootte van NL. Dan zijn wij toch wel erg dichtbevolkt…

Een stukje terug Canterbury in bracht ons bij Hanmer Springs, bekend om haar thermale baden. Je kunt er uren in de heerlijke baden met verschillende temperaturen (tot 41 graden!) vertoeven. Vervolgens de laatste échte must-see op het Zuidereiland, de walvissen in Kaikoura. Bij aankomst daar gelijk geboekt voor de volgende ochtend, vertrek 7.45 am, dan was de grootste kans om ze te zien. Helaas bleken ze de volgende dag niet aanwezig te zijn in de 'operational area'. Jammer! Misschien ook sabbatical voor hen… Om dit alles te kunnen verwerken zijn we doorgereden naar Renwick, vlakbij Blenheim. Ons huis geparkeerd bij een erg leuke lodge, fiets gehuurd en stiekem zonder helm zijn we zingend de vineyards ingetrokken. Op één of andere manier vinden we daar meer geluk….

Donderdag 18 maart zijn we vanuit Picton richting het Noordereiland naar de hoofdstad, Wellington, gevaren voor onze laatste week in NZ.

Aangekomen in Wellington bleek ook daar een cable car te rijden, met bijbehorend cable car museum en ook een Fishermans Wharf . En in San Francisco maar denken dat ze de enige zijn. Waar niemand echter aan kan tippen zijn de prijzen voor de parkeergarage (nog geen 2u voor $49! ) en aan het aantal joggende mensen in hun lunchpauze. We vroegen ons af of ze misschien doorbetaald krijgen wanneer ze gaan joggen. Als dát zo is zouden wij het natúúrlijk ook gaan doen… Het Te Papa museum was wel absoluut de moeite waard. Zes verdiepingen hoog met interessante informatie van werkelijk alles van NZ. Van orkaan tot maori, van kiwi tot haai en terug.

Vanuit Wellington naar Masterton doorgereden, bij aankomst op de camping werd er gevraagd of we voor het Ballonfestival kwamen. Ehm… Nee?! Bleek zeker de moeite waard te zijn om een kijkje te nemen. 's Avonds vol goede moed erheen (én $10 betaald) zaten we vol spanning te wachten. Bleek het om luchtballonnen te gaan die de lucht niet in gingen. Tsja, hoe spectaculair kun je het bedenken…

Via Napier, Hastings en Bay View kwamen we bij onze volgende bestemming; het geothermale gebied van NZ. Allereerst Lake Taupo, met z'n 606 m2 het grootste meer van NZ, ontstaan door een vulkaan zo'n 26.500 jaar geleden. Het gebied erom heen is nog steeds actief, vandaar dat er rondom Rotorua spuitende geisers, stomende hot springs en exploderende modderbaden te zien zijn. Wanneer je eenmaal gewend bent aan de indringende zwavelgeur die het hele dorp bedwelmd is het fantastisch!

Daarna zijn we richting de Coromandel Peninsula gereden. In Hahei stonden we op de camping, vanaf daar hebben we de Cathedral Cove, bekend om z'n enorme boog van limestone, en hot water beach bezocht. Wanneer je hier een put graaft op het strand is het water zo heet dat je je voeten eraan kunt verbranden. Onderweg kwamen we langs Cooks Beach, vernoemd naar Captain Cook die het 'ontdekt' heeft en het het mooiste plekje op de wereld vond. Laatste nachtje in ons tijdelijke huis was in Thames, een half uurtje van Auckland vandaan. 26 maart hebben we daar met pijn in ons hart bij Wicked onze Tiger van achter gelaten…. En niemand heeft de (redelijk uitgedeukte) deuk gezien…! J

Liftend hebben we door Auckland gereisd, bijzondere mensen ontmoet. De één dacht dat hij de loterij zou gaan winnen omdat hij ons een 'favour' deed. De ander dumpte ons halverwege op de trein en zei dat we bij Middlemore moesten uitstappen. Uiteraard volgden wij braaf het advies op, het bleek echter om een overmatig 'gekleurde' buurt te gaan waar ons werd aangeraden door security geen stap verder te zetten maar gelijk een taxi in te gaan die we gratis konden bellen vanuit het ziekenhuis. Deze zelfde security man gaf later aan twee heren aan dat het niet gewoonlijk was om met een laptop en plasma tv een ziekenhuis binnen te gaan…

Na alle avontuur weer toe aan 2 weekjes écht vakantie…. Op naar de Fiji Eilanden voor zon, zee en strand….